Gepost door An Janssens

Digitale kunst, booming business.

De afgelopen jaren kende digitale kunst een enorme opgang. Verschillende digitale kunstwerken werden onder de vorm van NFT’s voor zeer grote bedragen verkocht bij prestigieuze veilinghuizen zoals Christie’s en Sotheby’s of op nieuwe specifieke veilingsites zoals Opensea of Rarible. Zo werd de NFT van het digitale kunstwerk Everydays: The First 5000 Days van kunstenaar Beeple voor 69 miljoen dollar verkocht en gingen ook verschillende Bored Apes en Cryptopunks, twee iconische NFT-collecties, voor verschillende miljoenen over de digitale toonbank.

De digitale kunstmarkt is dan ook booming business geworden waar heel wat spelers in de kunstmarkt ondertussen zijn op gesprongen. De totale omzet van de NFT-markt klokte in 2020 af op 232 miljoen dollar. In 2021 was dat 16 miljard dollar en in 2022 zelfs 24,7 miljard dollar. In 2023 lijkt de NFT markt wat te zijn afgekoeld, maar feit is wel, digitale kunst is here to stay. De vraag die zich echter stelt is of digitale kunst juridisch op een andere manier wordt behandeld dan fysieke kunst?

Is digitale kunst echte kunst?

Kunst wordt algemeen gedefinieerd als een vorm van menselijke expressie die esthetische of conceptuele waarde heeft en vaak bedoeld is om emoties, ideeën of een bepaalde boodschap over te brengen. Digitale kunst omvat werken die gecreëerd zijn met behulp van digitale technologieën, zoals computers, software, digitale afbeeldingen en interactieve elementen.

Net als traditionele kunstvormen, zoals schilderkunst, beeldhouwkunst en fotografie, kan digitale kunst diverse stijlen, technieken en concepten omvatten. Het kan variëren van digitale schilderijen en tekeningen tot interactieve installaties, 3D-modellen, animaties, digitale collages en nog veel meer.

Digitale kunst heeft unieke mogelijkheden en voordelen die niet altijd mogelijk zijn in traditionele kunstvormen. Het stelt kunstenaars in staat om te experimenteren met nieuwe technologieën, om te gaan met digitale mediabronnen en om interactieve en meeslepende ervaringen te creëren. Het biedt ook nieuwe mogelijkheden voor verspreiding en toegang tot kunstwerken, aangezien digitale kunst gemakkelijk online kan worden gedeeld en verspreid.

digital art

Natuurlijk kunnen er verschillende opvattingen zijn over wat wel of niet als kunst wordt beschouwd, en sommige mensen kunnen digitale kunst misschien niet waarderen of erkennen als traditionele kunstvormen. Kunst is echter vaak onderhevig aan interpretatie en evolueert met de tijd en de veranderingen in technologie en samenleving. Daarom is het belangrijk om open te staan voor nieuwe vormen van artistieke expressie, zoals digitale kunst, en ze te erkennen als waardevolle bijdragen aan de kunstwereld.

En wat zegt het recht?

Dat digitale kunst vanuit artistiek perspectief wel degelijk als kunst kan worden beschouwd is duidelijk. Maar of digitale kunst ook juridisch als kunst wordt beschouwd is echter niet zo eenduidig te beantwoorden. Nochtans is het antwoord op deze vraag juridisch zeer relevant, aangezien dit antwoord gevolgen zal hebben op het vlak van intellectueel eigendomsrecht, fiscaliteit en zelfs anti-witwaswetgeving.

Op het vlak van auteursrecht is er rechtsbescherming voorzien voor originele werken, die zijn uitgedrukt in een concrete vorm en die het resultaat zijn van een creatieve activiteit. Het auteursrecht kan immers elke schepping van de menselijke geest beschermen, uitgedrukt in een literaire of artistieke taal. Dit omvat grafische, picturale, cinematografische, fotografische, muzikale, sculpturale, digitale of andere expressievormen. Belangrijk is wel dat het werk voldoende origineel moet zijn om beschermd te worden. Het spreekt voor zich dat ook digitale kunst aan deze voorwaarden kan voldoen.

Maar de vraag stelt zich in het bijzonder naar de auteursrechtelijke bescherming van digitale kunst onder de vorm van een “non fungible token” (NFT ). Een NFT staat voor Non-Fungible Token. Het is een digitale code die uniek en onvervangbaar, en niet inwisselbaar is. NFT’s zijn gebaseerd op blockchain-technologie en maken gebruik van slimme contracten om de authenticiteit, eigenaarschap en transacties van het digitale activa te waarborgen.

Wanneer de maker het kunstwerk tevens de creator van de NFT is, is er geen auteursrechtelijk probleem. In dit geval is er een duidelijke similariteit tussen het kunstwerk en de NFT en is er auteursrechtelijke bescherming voor de eigenaar van de NFT.

Anders is het natuurlijk indien de maker van het kunstwerk, niet de creator van de NFT is. In principe is een NFT geen reproductie van een kunstwerk, maar enkel een digitale codering ervan. Het maken van de NFT zelf,  vormt geen inbreuk op het recht van mededeling aan het publiek of het reproductierecht. Maar aan de NFT zelf zal meestal een afbeelding van het kunstwerk worden gevoegd en hiervoor is wel toestemming van de kunstenaar nodig. In ieder geval blijkt dat het bezitten van een NFT niet per definitie impliceert dat men ook eigenaar is van het fysiek kunstwerk dat met de NFT is verbonden. Dit is pas het geval als dat contractueel zo is voorzien. Maar het is mogelijk dat de eigenaar van een fysiek kunstwerk een recht verleent aan derden op basis waarvan een NFT van het kunstwerk kan worden gemaakt en worden geëxploiteerd. Dit betekent dan echter niet dat de houder van de NFT ook rechten op het kunstwerk zelf bezit.

Ook NFT’s van kunstwerken die tot het publieke domein behoren ( dat is 70 jaar na het overlijden van de kunstenaar ) zijn mogelijk. Hiervoor is geen toestemming nodig van de eigenaar van het kunstwerk. Maar of deze NFT’s dan enige waarde hebben valt te betwijfelen. Het immers enkel om de digitale codering van een afbeelding van het kunstwerk, waaraan uiteraard geen enkel recht met het originele kunstwerk is verbonden.

Bovenkant formulier

En ook op fiscaal vlak is er enige discussie over digitale kunstwerken, in het bijzonder op het vlak van BTW. De geldende EU-btw-wetgeving (Richtlijn 2001/112/EG[1]) biedt de EU-lidstaten de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een verlaagd tarief toe te passen op de invoer van kunstwerken en de levering van kunstwerken door de maker ervan. Heel wat landen hebben een dergelijk verlaagd tarief ingevoerd. ( cfr. België 6% ) Maar recentelijk werd door de Minister van Financiën in een antwoord op een parlementaire vraag gesteld dat NFT’s “niet worden beschouwd als kunstvoorwerpen”, zodat de verkoop aan 21% BTW en niet aan het verlaagd tarief van 6% moet worden onderworpen. Of dit een juiste interpretatie is, is nog maar zeer de vraag.

En ook wat de anti-witwaswetgeving betreft, stellen er zich problemen. De Europese anti-witwasrichtlijn (EU) 2015/849 verplicht handelaars in kunstvoorwerpen om cliënten te identificeren en verdachte transacties te melden. Deze richtlijn is echter enkel van toepassing wanneer we te maken hebben met de handel in kunstvoorwerpen. Ook hier is het dus van cruciaal belang om te weten of een NFT kan worden beschouwd als een kunstvoorwerp of niet. Het antwoord op deze vraag is van belang om te weten of bijvoorbeeld NFT-veilinghuizen, al dan niet onder deze wetgeving vallen.

Quid?

Het is frappant om vast te stellen hoe zeer de juridische wereld moeite heeft om NFT’s juridisch te vatten. In verschillende rechtsdomeinen blijkt er onduidelijkheid of onzekerheid te bestaan hoe we met  NFT’s moeten omgaan. Ook hier kan alleen maar aan de wetgever worden gevraagd om asap een juridisch kader uit te tekenen.

#digitalekunst #fiscaliteit #NFTs

@Michelmaus

Meer weten?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Gepost door An Janssens

Uw erfenis betalen met kunstwerken

Deze regeling is niet nieuw en werd reeds in 1985 ingevoerd. De bedoeling van de wetgever was om te vermijden dat belangrijke kunstwerken naar het buitenland zouden verdwijnen wanneer erfgenamen om financiële redenen gedwongen worden om de kunstwerken te verkopen om de successierechten te kunnen betalen. Het feit dat deze regeling bestaat, betekent niet dat ze veel wordt toegepast. In tegendeel, sinds 1985 zijn nog maar een handvol erfenissen met kunstwerken betaald, met als meest gekende voorbeeld, de erfenis van Baron Paul Janssen, de voormalige oprichter van het gekende farmabedrijf Janssen Pharmaceutica, wiens erfenis werd betaald met een collectie Precolumbiaanse kunstvoorwerpen. En sinds het Vlaams Gewest in 2015 zelf bevoegd is geworden om de successierechten te innen van Vlaamse erfenissen, is er nog een enkele erfenis met kunst betaald geweest.

Vlaamse erfbelasting “in natura” te betalen

Om deze regeling wat meer leven in te blazen, heeft de Vlaamse regering beslist om de regeling te versoepelen, waardoor meer mensen zouden worden aangespoord om de Vlaamse erfbelasting “in natura” te betalen. Vooreerst heeft men beslist om de regeling uit te breiden “cultuurgoederen”, hetgeen ruimer is dan alleen kunstwerken. Dit maakt het mogelijk om naast eigenlijke kunstwerken ook archeologische vondsten, manuscripten, juwelen en wetenschappelijke objecten in betaling te geven voor het vereffenen van de erfbelasting.

Wel moet het gaan om cultuurgoederen die zeer waardevol zijn. Het moet dus gaan om topstukken of sleutelwerken die van uitzonderlijk belang zijn voor het Vlaams cultureel erfgoed. Om dat te beoordelen moeten de cultuurgoederen die men ter betaling van de erfbelasting aan de Vlaamse Belastingadministratie aanbiedt, gewaardeerd worden door de Vlaamse Topstukkenraad. Deze Raad beoordeelt of het cultuurvoorwerp inderdaad als “topstuk” kan worden beschouwd, en gaat dan ook een financiële waarde op het kunstwerk kleven.

Indien het cultuurvoorwerp als topstuk wordt aanvaard door de Topstukkenraad, dan kunnen de erfgenamen, die het cultuurvoorwerp in betaling geven, een bedrag gelijk aan 120% van de waarde van het cultuurvoorwerp verrekenen met de verschuldigde erfbelasting. Een paar jaar geleden bijvoorbeeld werd het schilderij ‘Salon Bourgeois’, een topwerk van de Oostendse schilder James Ensor uit 1880, voor 470.000 euro verkocht op een veiling. Stel dat dit schilderij als kunstwerk zou worden aangeboden om de erfenisbelasting te betalen, dan zouden de erfgenamen ook erfbelasting moeten op de waarde van het schilderij zelf, maar zij zouden wel een tegenwaarde van 564.000 euro kunnen verrekenen met de verschuldigde erfbelasting. En als deze tegenwaarde groter is dan de verschuldigde erfbelasting, dan heeft men recht op de terugbetaling van het saldo.

Tot slot laat de nieuwe regeling ook toe dat de eigenaar van waardevol kunstwerk reeds tijdens zijn leven de vraag stelt aan de Vlaamse overheid of het kunstwerk als “topstuk” kan beschouwd worden en dus in aanmerking kan komen om de erfbelasting mee te betalen. Volgens de Vlaamse regering moet ook deze mogelijkheid mensen aansporen om erfbelasting met kunstwerken te betalen.

Of deze nieuwe regeling effectief succesvol zal zijn, is nog maar zeer de vraag. Het is immers zeer zelden dat belangrijke kunstobjecten nog deel uitmaken van een erfenis. Het volstaat immers om de kunstobjecten reeds bij leven te schenken aan de volgende generatie om de zeer ware successierechten bij overlijden te ontwijken.

@MichelMaus

#erfenis #successierechten #fiscaliteit

Meer weten over kunstrecht?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

Gepost door cmsadmin

In het kader van de Antiwitwaswet van 18 september 2017 heeft de FOD Economie 2 reglementen aangenomen ter verduidelijking van de verplichtingen die rust op kunsthandelaars. Er is een reglement voorzien voor “antiquairs en kunstgalerijen” en “entrepots”. Deze reglementen werden bekrachtigd bij Koninklijk Besluit van 19 april 2023 en treden in werking vanaf 1 augustus 2023.

Whats in a name?

De FOD Economie maakt een onderscheid tussen antiquairs en kunstgalerijen enerzijds en entrepots anderzijds.

Antiquairs en kunstgalerijen zijn natuurlijke personen/rechtspersonen die optreden in de handel in kunstwerken of roerende goederen van meer dan vijftig jaar oud  wanneer de verkoopprijs van een of een geheel van deze werken of goederen hoger is dan 10 000 euro én die ingeschreven zijn bij de FOD Economie. De handel omvat het optreden als koper, verkoper én tussenpersoon.

Een entrepot is een natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan derden een ruimte ter beschikking stelt voor de opslag van kunstwerken, dit ongeacht de duurtijd van de opslag.

Veilinghuizen en organisatoren van beurzen en salons worden expliciet uitgesloten van het aangenomen reglementen. Op deze entiteiten blijft de Antiwitwaswet, en de verplichtingen die hieruit voortvloeien, van toepassing. Er zijn op vandaag geen specifieke reglementen aangenomen met betrekking tot veilinghuizen en organisatoren van beurzen.

gallerij

 

Verplichtingen onder de reglementen

Hoewel er verschillende reglementen van toepassing zijn op antiquairs en kunstgalerijen enerzijds en entrepots anderzijds, zijn de verplichtingen die op deze entiteiten rusten grotendeels gelijkaardig. Ze kunnen als volgt worden samengevat:

Know your customer

De onderworpen entiteiten hebben de plicht om hun klanten, lasthebbers en uiteindelijke begunstigden correct te identificeren en deze identificatie te verifiëren. Naast de identificatie van de cliënt moet men tevens de betalingswijze bijhouden en een foto van het werk of de roerende goederen.

In bepaalde gevallen sluiten de reglementen uit dat een zakelijke relatie kan worden aangegaan indien de klant niet geïdentificeerd kan worden. De identificatie moet dan ook voor eender welke transactie gebeuren.

 

Waakzaamheidsverplichtingen

Men moet een aantal risicofactoren aftoetsen, om op basis hiervan verdere stappen te nemen. Het gaat onder meer over:

Bij natuurlijke personen: kopers-en verkopers uit verdachte landen, het gebruik van cash geld, het opereren in “verdachte” sectoren, cliënten met een slechte reputatie of met “ongebruikelijke kenmerken” en zonder interesse in de authenticiteit, ….

Bij rechtspersonen: rechtspersonen waarvan de uiteindelijke begunstigden niet geïdentificeerd kunnen worden, trusts of gelijkaardige constructies, vennootschappen met een onbeperkte aansprakelijkheid, nieuwe (minder dan 12 maanden oud) vennootschappen, ondernemingen met frequente bestuurderswissels, ….

Wat betreft de werken of goederen: een twijfelachtige authenticiteit, afkomst uit bepaalde landen of regio’s die gevoelig zijn voor de diefstal van kunst, een niet marktconforme vraagprijs, een vage uitleg over de wijze waarop het werk of de goederen verkregen werden,….

Er zijn in totaal 33 risicofactoren opgesomd in de reglementen. Deze risicofactoren moeten steeds up-to-date gehouden worden bij langdurige zakenrelaties en in acht gehouden worden bij occasionele transacties.

Indien uit de analyse van de risicofactoren blijkt dat een bepaalde transactie niet in overeenstemming is met de normale economische of fiscale logica, of door een toetsing aan de risicofactoren blijkt dat een verrichting als “atypisch” bestempeld kan worden, moet hierover een verslag worden opgemaakt. Dit verslag wordt doorgegeven aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) die de verdachte transactie verder onderzoekt.

 

Organisatorische verplichtingen

De onderworpen entiteiten moeten beschikken over een antiwitwasverantwoordelijke, die toeziet op de correcte implementatie en naleving van deze reglementen. Men is verplicht om werknemers te sensibiliseren inzake de antiwitwasregelgeving, en het belang van de correcte toepassing ervan.

Tot slot rust op de entiteiten een bewaringsplicht van 10 jaar voor bepaalde documenten. Het betref de identificatiegegevens, de documenten die voor de risicoanalyse gebruikt werden (en het schriftelijk verslag bij een atypische verrichting) en de uiteindelijke overeenkomst.

 

Vragen over de correcte implementatie van de antiwitwasreglementen in uw onderneming?

Wenst u advies hieromtrent of is een geschil met de overheid nakend als gevolg van de implementatievragen die bestaan bij deze regeling? Aarzel dan niet om ons daarover te contacteren via infotax@bloom-law.be

@Dieter Van Welden

#fiscaliteit #kunst #kunstgallerijen

Gepost door cmsadmin

NFT’s van Birkin-handtassen

Deze had een reeks digitale afbeeldingen (NFT’s of “non fungible tokens”) gemaakt van de beroemde Birkin-handtassen van Hermes, die hij “MetaBirkins” noemde. Een ervan was bedekt met ruig groen bont. Er was een versie gebaseerd op Van Goghs schilderij “Sterrennacht”, en een animatie van een foetus die groeit in een transparante Birkin-handtas – een woordspeling op het kleinere model van het merk dat bekend staat als de “baby Birkin”.

Volgens Hermes had Mason Rothschild daarmee de merkrechten van Hermes geschonden. Mason Rothschild verdedigde zich met het argument dat hij in wezen hetzelfde had gedaan als Andy Warhol, wiens pop-art schilderijen van Campbell soepblikken omvatte. Hij voerde ook aan dat zijn digitale kunstwerken eigenlijk een statement waren tegen de markt van luxegoederen en daarom onder de vrijheid van meningsuiting vielen.

Maar de jury in Manhattan besloot dat de digitale kunstwerken als consumentenproducten moesten worden gezien en dus onder het merkenrecht vielen. De jury kende Hermes een schadevergoeding van 133.000 dollar toe.

Deze uitspraak is ongetwijfeld een belangrijk precedent voor tal van andere rechtszaken over NFT’s.

#NFT’s #Hermes #Rothschild
@MichelMaus

Meer info over NFT’s ?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be

 

Gepost door cmsadmin

Fiscale ondersteuning van de culturele sector

De Programmawet van 26 december 2022 heeft het toepassingsgebied van het fiscaal gunstregime voor auteursrechten aangescherpt om op die manier terug aansluiting te vinden bij het oorspronkelijk idee achter dit regime, met name het fiscaal ondersteunen van de culturele sector.  Het nieuwe regime is van toepassing vanaf 1 januari 2023.

De nieuwe regeling heeft er vooreerst voor gezorgd dat het personeel toepassingsgebied van de fiscale regeling rond auteursrechten wordt beperkt tot:

  • Personen die beschikken over een “kunstwerkattest ” als bedoeld in de wet tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers
  • Personen die de rechten op hun auteursrechtelijk beschermde werk of hun prestaties beschermd door naburige rechten overdragen of in licentie geven aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie.

 

Fiscaal voordelig?

Daarnaast werd ook het fiscaal regime zelf strikter geregeld. Tot 1 januari 2023 gold de regel dat inkomsten uit auteursrechten tot 64.070 euro fiscaal voordelig werd belast. De inkomsten werden belast tegen een gunstig vast tarief van 15% en daarenboven kon op de ontvangsten inkomsten ook nog een forfaitaire kostenaftrek worden toegepast van 50% op een eerste schijf van 17.090 € en 25% op een tweede schijf van 17.090,01 € tot 34.170 €, met een maximum van 12.815 € (bedragen van toepassing op de inkomsten 2022).

Onder het nieuwe regime blijven inkomsten uit auteursrechten fiscaal voordelig behandeld, althans voor zover ze werden verkregen door de personen hierboven vermeld. Beneden het grensbedrag van thans 70.220 euro ( inkomsten 2023 ) worden deze inkomsten aanzien als roerende inkomsten in plaats van beroepsinkomsten en worden ze belast aan een gunstig vast tarief van 15%. Maar de regering heeft deze regeling verder aan specifieke voorwaarden onderworpen.

Zo werd voorzien in een eerste begrenzing in die zin dat van de inkomsten uit de artistieke prestaties slechts gedeeltelijk als auteursrechten belast kunnen worden. Naast het algemene plafond van 70.220 euro ( inkomsten 2023 ) mogen de inkomsten uit de artistieke prestaties slechts ten belope van 50% als auteursrechten worden belast in 2023. In 2024 is dat 40% en vanaf 2025 slechts 30%.

Een tweede begrenzing houdt in dat de toepassing van het fiscaal gunstregime ook onderworpen is aan de voorwaarde dat de gemiddelde jaarlijkse inkomsten uit auteursrechten, die zijn ontvangen tijdens de vier belastbare tijdperken voorafgaand aan het betrokken belastbare tijdperk, het basisbedrag van 70.220 euro in 2023 niet mogen overschrijden.

Indien deze voorwaarden zijn vervuld, dan worden de inkomsten, zoals in het oude systeem, onderworpen aan een vast belastingtarief van 15%. Dit percentage wordt toegepast op de netto-inkomsten, dwz de bruto ontvangen verminderd met een forfait voor kosten. Dit forfait bedraagt 50% op de inkomsten uit auteursrechten tot 18.720 euro en 25% op de inkomsten tussen 18.720 euro en 37.450 euro.

 

#fiscaliteit #auteursrechten @MichelMaus

Wil je hierover meer weten?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be